RRRauw!

Het is rond. Ik heb een huisje-boompje-beestje oppas. In september schrijf ik op Rumoro. Ik breng mijn backpack naar Zeist. Je ouders rijden de dag erop al naar Spanje. Onderweg moedig je me aan met één van jouw favoriete nummers, ‘Hold On’ van de Alabama Shakes. Ik zet vol in en haal op iedere ‘Hold On’ met toenemend vals vibrato uit. Ik drink eerst een bakkie bij Oma. We delen weduwe weetjes. Oma vertelt hoe ‘Oelie’ in het begin zo voelbaar aanwezig was. “Vooral vroeg in de ochtend bij het opstaan”, zegt ze. Ik knik en laat oma een filmpje van ons zien. Hand in hand, dag voor dag loop ik met jou door de laatste week van juli. We kijken Tour de France, wachten op de oproep voor het ziekenhuis en maken grapjes over het rare virus dat jij als souvenir uit Chiang Mai hebt meegenomen. Je kunt niet meer rechtop zitten, eet weinig en blijft koorts houden. Ik loop naar de brievenbus en vind de oproep voor Rijnstate op de mat. 27 juli 2018. Eindelijk.

Bij Zara wiebel ik bij een Japanse look. Een zwarte, wijde broek onder een wit doorschijnende wikkel blouse met kraanvogels in de aura strelende penceel voering van Bob Ros. Wie hem niet kent: YouTube. Ik trek de blouse aan, kijk in de spiegel en word rustig. De vogels beroeren net zo als de stem van Bob. Overigens vind ik winkelen niks meer aan. Sinds onze wereldreis zijn mijn shopping years voorbij. Wat heb je nu helemaal nodig? Ik vind leven uit een rugzak heerlijk. Het brengt terug naar de eenvoud, rekent af met keuzestress en je reist zonder overbodige ballast door de ervaring. Kraanvogels. Zo sierlijk als ballerina’s en krijsend als hardrock chicks. Ik dreutel door de winkel, hang het doek van Ros drie keer terug tot jij zegt:”Doe maar Switi, die krijg je van mij.”. Jij deed dat als ik in een gierig-naar-mezelf-toe-bui was, twijfelde of overdreven praktisch dacht. “Voor de boekpresentatie”, smoes ik direct alsof ik een excuus nodig heb om me door jou te laten verwennen. 

De maag-darm-lever arts in opleiding benadrukt dat je er zo ziek uit ziet. Ze haalt de specialist erbij. “Ik wil u met spoed opnemen voor vervolgonderzoek”. Bij jou zakt het voorstel gelijk via de benen naar de grond. Ik voel het onheil optrekken. Het bericht wringt mijn keel als een tiener die je pols pakt en prikkeldraad doet; het smoort de toevoer van zuurstof naar mijn bovenkamer. “We denken dat het iets ernstigs is”. Ik zie sterretjes door mijn hoofd knetteren. “Wat denkt u dat er aan de hand is?”, vraagt de MDL arts. Reality check. Nu zijn wij aan zet. Je puzzelt, googlet en maakt een verhaal. Dat verhaal laat je niet los. Wat je over jezelf vertelt, houd je voor waar. Jij antwoordt bescheiden, zacht en minder overtuigd. Ik buig gretig naar voren en sta eigenwijs, als beste van de klas, te popelen. Want het kan niet anders dan een maagbloeding of virus uit Azië zijn. Dat lijkt me ernstig genoeg.

Je wordt gespot op Ibiza. Tristan, Janet en Sven vieren er vakantie. Op de kermis stapt Sven stoer in een botsauto. Janet ziet van het bumperkleven af en loopt naar de tribune. Er is nog één stoel vrij. Ze schrikt. Naast de lege plek zit een man die op jou lijkt. Hij is aardig, zacht in zijn gezicht en kletst met pretogen net als jij. Het klikt direct. Even is het zoals het was, vertrouwd gezellig met jou. Als de eerste schok voorbij is, valt de boze blik van de vrouw naast jouw lookalike op. De dame loopt groen aan waardoor het stel abrupt opstapt. Onderweg naar huis, zie ik jou bij de Albert Heijn in de binnenstad. Ik heb niks nodig maar besluit op het laatste moment naar binnen te gaan. Je valt onmiddellijk op. Ik sta stil, kijk rond omdat ik me betrapt voel en stel me verdekt op om je te begluren. Hij is niet helemaal jij. Hij beweegt, staat, kijkt, kapt en kleedt zich wel als jij. Ik pak drie peren, schuifel stalkend langs de schappen en besluit door zijn blikveld te lopen. Vanzelfsprekend vindt iedere man die op jou lijkt mij ook leuk. Maar het voelt als in mijn dromen. Ik laat je onverschillig, koud en kan je hart niet bereiken. 

Ik fiets zo naar Rijnstate, neem de lift naar de spoedopname en kijk om het hoekje de wachtkamer in. 27 juli 2018. Ik zit aan jouw bed. We giechelen omdat de verpleegster aangeeft je in quarantaine te willen behandelen. “Zie je wel, een raar virus”. Kort erop komt de arts binnen. “Loopt u mee, de uitslag van de foto is binnen”. We zitten in een geïmproviseerd kantoor naast elkaar op een kruk ingeklemd tussen arts en assistent in opleiding. Ik pak jouw hand. “We hebben een verdikking gevonden”. Jij begrijpt het direct. Ik denk beeldend, zoek razendsnel ‘verdikking’ op in mijn visuele databank en zie ongewild als eerste het eelt bij mijn grote teen verschijnen. De arts beweegt zijn lippen. Ik hoor niks omdat mijn zintuigen tijdelijk zijn losgekoppeld. “Nou, dat gaat niet meer goed komen”, stel jij zonder vragen vast. Ik duw je huilend het ziekenhuis uit, stop en draai naar je toe. “D, we kijken niet meer achterom of vooruit”. Liefde verankert eeuwig het moment. We zijn op de bodem van 15 jaar samen beland. Misschien dat ons anker de tijd verslaat. En nog altijd zijn we samen. Onderweg. 

R O U W  voelt als een vacuüm. Ik wil zo graag bewegen, deelnemen aan de seizoenen en weer instappen in het leven. De voordeur staat open. Een nieuwe realiteit legt haar schatten als stoeptegels voor me uit. Ik lach, stap over de drempel de deur uit en trek je onwillekeurig mee. Jij blijft staan en laat mijn hand los. Op de hoek van de straat kijk ik om. In het luchtledige zwaai ik naar de liefde die voor altijd is gegeven.

RRRauw! paperback, audiobook en e-book vanaf 16 november 2019.
pre-order
RRRauw! >>


In juli 2018 werd de liefde van mijn leven so far plotseling ziek. In november ging zijn euthanasiewens in vervulling. Ik schrijf over de liefde, onze magische avonturen en mandarijntjes-uit-blik. Dit is mijn verhaal over rouw.

Write a Reply or Comment

Your email address will not be published.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.