RRRauw!

Zaterdag rond ik het schrijven af. RRRauw! staat. Ons verhaal. Mijn rouwroman is geschreven. Het is een bijzondere maand geweest in Asturias. Vier weken zit ik zes dagen per week, twaalf uur per dag in the zone. Ik rijd twee keer naar Santander, verleng de autohuur en doe bewoonde-wereld-dingen zoals een grote supermarkt, Zara en MacDonalds binnen lopen. Op de terugweg speelt Michael Jackson. Ik zit bij Moscowa vooraan in de zaal en draai me om. Jouw broer draagt samen met enkele vrienden de kist naar binnen op de beats van Billy Jean. Hèt nummer aller tijden volgens jou. De crematie begint. Ik kijk links opzij. Normaal zou je naast me zitten. Mijn hand pakken. Een crematie is iets wat je samen doet. Ik kijk achterom. Het is echt. Ik zit hier. Linksvoor. Helemaal rechts. Op de weduweplek. Er is geen weg terug. Ook niet achterwaarts, moonwalkend.

Ik draag op Rumoro de sokken die ik je de laatste maanden aantrok. We maakten er een dagelijks terugkerend toneelstuk van. Een tragie-komedie. Jij wiebelt met je voet en steekt deze in afwachting van het breisel opdringerig omhoog. Ik zeg gespeeld streng: Niet doen, ga weg met die zweetvoet en hamertenen. En erna vermoeid op zo’n toon van moet-ik-het alweer zeggen: Volgen in plaats van leiden! Soms duwde ik je voet ook nog weg. Jij vindt het grappig en ik daarom ook. Iedere dag opnieuw. Ik loop graag in jouw kleding. Je Rukka thermo lange onderbroek, de regenjas van Gore-Tech en het wapperende strand t-shirt. Het is niet altijd charming, die baggy hiphop stijl. Alles is een paar maten te groot. Rouw is een fantastisch dieet. Het vreet je van binnen op als pacman. Ik loop ‘s ochtends in Rukka met wappershirt en slenter op jouw sloffen door Rumoro. Misschien dat het huis zich zo jouw afdruk herinnert.

Het is helder. Nieuwe maan. Ik zit buiten met opgetrokken, platte voeten op de tuinstoel. Jouw voetbalveld fleecedeken sluit als tipi om me heen. Het is half zeven. Ik hoor geritsel en denk aan Puppy, Sary-Tash. Het dorp ligt op 3100 meter in Kyrgyzstan. We liften morgen naar de grens met China. Het heeft gesneeuwd. We logeren bij een oude man. Naast de theepot, koekjes en brood met jam staat het glas met zijn gebit. De man grijnst tandeloos breed met glimmende ogen. Zijn hart spreekt verlegen geheimen. Waarschijnlijk een simpele waarheid over hoe het leven echt is. ’s Nachts stap ik op bergschoenen, in onderbroek en fleecejas de sneeuw in. Ik moet plassen. Puppy verschijnt aan mijn been. In de ochtend loopt ze enthousiast mee naar onze liftplek. Ik lok Puppy met eten terug en ren erna hard weg. Ik heb een foto van haar. Ze is pluizig zwart, kijkt met helblauwe ogen vragend omhoog of ik haar wil meenemen. Na een uur in de sneeuw worden we opgepikt door twee streng kijkende grensbeambten. We rijden als opgepakte boeven achterin de auto mee door het onwaarschijnlijkste, besneeuwde berglandschap. 

Ik staar sterren. Bij elke vallende ster doe ik een wens. Er vallen maar twee of drie in een uur. Ik vind vallende ster negatief klinken. Voorwaardelijk, alsof de kans op een wens is verkeken als je hem niet vangt. Net als dat spel bij Expeditie Robinson waar bamboestokken willekeurig uit de lucht vallen en je verliest als je misgrijpt. Een ster schiet weg, verbleekt of wordt afgevuurd maar vallen doet ie niet. Ik zie The Brewsky, een constellatie die een beetje op een vlieger lijkt. Je ziet The Brewsky alleen als het voldoende donker is. In Jicquilillo, Nicaragua aan het strand ben ik met een Amerikaanse schrijver in gesprek over zijn vrouwen, schilderen en vervlogen tijden. Het is vooral een monoloog. We kijken tegelijk de hemel in. Kijk, zegt hij, daar. The Brewsky. De wind blaast koel over de bergen. Het voelt alsof iemand smint in mijn gezicht uitademt. Ik denk aan de woorden van een vriend. Well, Domingo was a bit of a shooting star too. Ik giechel en doe nog een wens. 

Vanochtend reed ik vroeg het dorp in. Ik trek langs de paseo ongegeneerd mijn keel open, produceer het geluid dat bij mijn gevoel past en zet de volumeknop op verscheurend verlies. Water draagt klank. De zee blijft rustig onder mijn tranen en moedigt met iedere golfbeweging aan. Toe maar. Kom. Huil nog wat meer. Ik loop naar de brug voor ontbijt. Spanjaarden houden van een zoete start. Voor zo weinig inwoners heeft Llanes veel patisserie. Bij La Vega koop ik een Llanesca, een amandel gevulde roomboter koek die voldoende stevig vult. Ik ga bij La Revualta op het terras zitten en bestel Spaanse cappuccino con nata met echte, dikke slagroom net als bij Metropole. Vanaf het terras kijk ik naar Camino lopers. Sommige lijken wel ontsnapt uit omroep Max’ We zijn er bijna.

R O U W  voelt als het meest kwetsbare in mij. Het dreint als een kind, stompt me in de maag en dringt vanuit het niets door als de aanval van een schorpioen. Op Rumoro ben ik op een rare manier gelukkig. Beginnend verliefd. Ik ruik het aan de eucalyptus bomen na een regenbui, hoor het in het concert van koeienbellen en zie het wanneer Duche en Laika hun snuit door het venster drukken. Ik ben gelukkig met het intense verdriet dat hier tegen de bergen aanleunt. Vlinders fluisteren zacht rond mijn hart. Zaterdag 12 oktober vlieg ik naar Nederland terug. Ik ben in voorbereiding op de launch van ons boek. Het is een buitengewoon avontuur. En ik huil. Iedere keer weer wanneer de zon opkomt uit zee. Dan huil ik.

In juli 2018 werd de liefde van mijn leven so far plotseling ziek. In november ging zijn euthanasiewens in vervulling. Ik schrijf over de liefde, onze magische avonturen en mandarijntjes-uit-blik. Dit is mijn verhaal over rouw.

RRRauw! paperback, audiobook en e-book vanaf 16 november 2019.
pre-order
RRRauw! >>

Write a Reply or Comment

Your email address will not be published.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.