RRRauw! april 2022

Ik haal je in. Twaalfhonderdvijftig dagen na jouw dood. Vandaag overleef ik jou. Ik pak de verhuisdoos waarop ‘D’ staat en neem afscheid van jouw laatste kledingstukken. De sex-averte onderbroek met bloemenprint, jouw rode adidasjasje en het groene t-shirt van Protest. Alles gaat in de zak van Maximo. Ik bijt door en gooi Durga, het luchtje waarin jouw ziekte zich verhulde, de Babyliss groomingset, allerlei armbandjes en het potje vaseline waarmee ik jouw lippen insmeerde weg. Op de achtergrond streamt Koffietijd. Ik zeg mijn rouwcuriosa, jouw kankerparafernalia vaarwel. De sokken waarin jouw tenen hebben gejubeld houd ik evenals de kussensloop die jouw laatste traan bewaakt. Jij stuurt Ducche die zichzelf tegen de verhuisdoos aanwerpt en gek doet om me tot een lach te verleiden. Ik huil uit bij het donkerblauwe t-shirt van Okimono uit het Modekwartier. ‘Groeten uit Arnhem’ staat boven een gravure van de Eusebiustoren geschreven. Ons leven in Arnhem. Ik vraag me af of ik het terug zou willen. Zou ik zelf nog terug kunnen nu rouw afkoelt als stroop en ik langzaam verder ga alhoewel het gemis aan jou boven alle ervaring uittorent en mijn verdriet als de Eusebiustoren vast nog jarenlang in de stijgers blijft staan. Ik druk het shirt tegen me aan. En ondanks dat het fris gewassen is, ruik ik jou.

De importperikelen rond de Punto breken me maanden op. Halverwege februari verruil ik mijn Nederlandse platen voor een tijdelijk, Spaans nummerbord. Ik krijg twee maanden de tijd om de import van mijn coche rond te breien. Ik rijd als anonieme Hollander rond en vergeet dat bijna wanneer ik in Llanes een Nederlandse auto passeer en spontaan wil gaan zwaaien. Ik trek mijn hand in. Nu de Punto niet meer als BN’er wordt herkent, heeft een zwieper met de wissers, getoeter of even met de lichten knipperen zoals je vroeger wel eens deed ter herkenning maar ook een beetje om te laten zien dat jij ook zo avontuurlijk bent om naar een vreemde uithoek af te dwalen (waar kom je Nederlanders nu niet tegen) vanzelfsprekend geen zin.

Herinner jij je die vreselijke februari storm? Ik vlieg die dag met Air Eunice naar Düsseldorf om in Arnhem de exportdocumenten voor de Punto op te halen. We hebben wind mee. Dat scheelt eventjes. De vlucht van twee uur tien wordt met veertig minuten bekort. Om te vieren dat het gelukt is een tijdelijk, Spaans nummerbord te krijgen, bestel ik aan boord prosecco. Ik hang blijrozig in mijn stoel en glimlach naar de stormen die wij samen hebben getrotseerd terwijl ik naar het gefoezel van Jamie en Clair in Outlander kijk. Met Eunice in de staart wacht de piloot tot het laatste moment met het inzetten van de landing. We denderen vanaf grote hoogte met een noodgang naar beneden. Ik vind het prachtig, angstaanjagend. Het geschommel en de duizelingwekkend spectaculaire landing.

In Spanje volgt de autokeuring. Anders dan in Nederland blijf je hier tijdens de APK zelf in de auto zitten om allerlei handelingen te verrichten. Je trekt de gordels aan, remt, knippert, toetert en gooit het stuur flink om naar links en rechts terwijl je blikkie over een parkour tijgert. Het lijkt Verkeerspark Assen wel. Vroeger vond ik dat zo’n stoer park. Ik associeer autorijden met mannelijkheid. Wij hadden thuis geen auto. Ik was brugpieper af toen mijn moeder haar rijbewijs haalde. De enige die een auto had, was mijn vader. Hij had ook zo’n grote bus voor zijn instrumenten waarin je lekker hoog zit en op de bijrijdersstoel met je broer of zus kan kibbelen. Ik dacht daarom – omdat mijn vader een auto had maar ook vanwege de flipperkast in de gang bij hem thuis en omdat er in de koelkast altijd frisdrank stond – dat hij rijk was. Tijdens het sturen keek ik graag naar de handen van mijn vader en dat gaf me dan zo’n veilig en zeker gevoel. De ITV, het Spaanse keuringsstation, keurt de Fiat goed. De dag erop begint de ellende. Op het geboortebewijs van de Punto staat ‘massa rijklaar’ niet vermeld. Er moet voor de import een nieuw certificaat met technische gegevens uit Nederland komen.

Ik zit wekenlang ‘s nachts te tengelen dat jij over de brug moet komen met een sterrenregen. Lamgeslagen van ellende kijk ik in foetushouding de zes seizoenen van Downton Abbey het bij vlagen baklavazoete kostuumdrama op Netflix dat zich afspeelt in de roaring twenties. Ik bel dagen achtereen met Fiat Nederland (die het tot op de dag van vandaag laat afweten), dealers, import- en exportbedrijven totdat ik eindelijk beet heb en via een sluiproute alsnog het geboortebewijs met ‘massa rijklaar’ ontvang. Het is racen tegen de klok omdat 12 april, onze verkeringssetjesdag, mijn tijdelijke nummerbord vervalt en ik niet meer met de Punto mag rijden. Loslaten, zegt mijn broer, het is maar een auto. Hij heeft gelijk. Maar ik jammer erna tegen de bergen, dat ik na jou, Monty en onze toekomst samen niet ook de Fiat kwijt wil. D, Ik wil de auto niet verliezen. Het is mijn Punto, snik ik door.

Op The Outnet scroll ik door 295 pagina’s casadoras, vestidos y faldas om mijn aandacht te richten. Bovendien, ik wil van die vervlogen Lowlandslook af (sneakers, rok en trainingsjasje), die vergane gloriestijl en tweede-helft-dertig-outfits. Misschien wordt het tijd voor wat minder felle prints en moet de Ikea Nordkisa ruimte maken voor rose blush, merlot, nude en andere introverte pastel, wijn- en poederkleuren. Het komt vast door Downton waarin de ladies in geruisloos crepe, satijn en zijde knisperen dat ik ook weer met een beetje meer grandeur door het leven wil bewegen net zoals tijdens mijn Haagse mantelpakjestijd. Met kleding regeert de regel: er moet iets uit voordat er iets nieuws komt. Ik speel vals en zet voor mijn aankopen jouw adidasjasje, bloemetjesboxer en Groeten uit Arnhem shirt in.

De Puntoperikelen slepen voort. Ik ben op van de zenuwen. Door het leven is mijn lijf een tikkie stressverslaafd geraakt. Aan, alert en op de tenen voelt vaak als normale staat van zijn. Ik rijd naar de kapel in Santa Marina waar de deur altijd openstaat. Naast een vaas verse bloemen brandt een eenvoudig witte kaars. Nu moet je me echt helpen, D, smeek ik. Ik luister naar Jij en We all Complete en huil zoals ik alleen met Ducche kan. Ik swipe door de iPhone bieb. Filmpjes van Monty. Onze laatste rit naar Rumoro – jij bent onwetend doodziek. De eerste foto van Ducche die jouw laatste zomer verschijnt. Ik zie ons huis en jou in de rolstoel die laatste keer samen door Sonsbeek. Jij, in de kist op je zij precies zoals je gestorven bent. Ik loop de straat uit voor de rouwauto aan nadat ik mijn hoofd op jouw rouwkist leg. Het is allemaal echt zo geweest. Ik was er zelf bij. Voor de kapel in Santa Marina huil ik hartverscheurend mee op de opname van jouw snurkjes en geluidjes. Je haalt adem, zucht, ronkt en klinkt even vertrouwd als altijd.

Nu ik je overleef, tweeënhalf maand nou jouw vijftigste verjaardag, reflecteer ik op rouw. Ondertussen heb ik voldoende afstand om met een drone boven die twaalfhonderdvijftig dagen zonder jou te zweven. Ik herinner het opleveren van ons huis in Arnhem, mijn rouwgrot, en Monty die de eerste negen maanden na jouw dood niet van mijn zijde wijkt. De verlatenheid van rouw tijdens Corona. De lockdowns in Spanje en Frankrijk. Mijn reisaltaar. Jouw mandarijntjes-uit-blik. En dat vreselijke tweede rouwjaar, de maanden op Chateau Dumas. We zijn er bijna. Ik Vertrek. Op Rumoro kom ik thuis en start een nieuw leven. Ik ga verder waar jij blijft. En ik besluit noooooit meer naar Lowlands te gaan – uit rouwoverwinning – en enkel nog voet te zetten in landen waar we niet samen zijn gegaan. Misschien verruil ik techno wel voor klassiek symfonische beats (onwaarschijnlijk). En vandaag, nu ik ouder ben dan jij, post ik de laatste RRRauw! en strek naar de lente uit. Ik wil mensen ontmoeten, mijn tweede roman afschrijven, in Asturias een praktijk neerzetten. En misschien wil ik ooit trouwen (eerst weer eens snavelen en sex). Dat is goed hoor, Switi, gniffel je instemmend.

In Downton verliest Lady Mary haar Matthew. Op een avond danst ze voor het eerst weer met een man. Mary ontspant, walst en lacht totdat ze de platenspeler van haar Matthew ziet. Rouw overvalt keeping up appearances. Ik kan dit niet, huilt ze, en rent naar boven. Wanneer haar kamermeisje binnenloopt, zegt Mary: Soms weet ik niet om wie ik het meeste rouw, om Matthew of de persoon die ik was, bij hem. Ik herken die gevoelsvraag alhoewel ik goed ben met mezelf, juist door jouw liefde en wellicht meer dan ooit. Maar misschien was ik wel zachter en in ieder geval veel gezelliger, vrolijker ook en zoveel meer bemind. Ik lees het laatste appje dat ik je stuur. Het is 1 januari 2022. D, ik neem me voor dat ik dit jaar weer geniet. Ik ben niet over jouw dood heen gestapt, zoals ik je heb moeten beloven. Over een paar weken word ik vijftig, deel ik praktisch mee alsof jij mijn verjaardag ooit zou vergeten. Op 16 april 2022 overleef ik jou. En ik besluit met een simpel groen hartje.

R O U W  voelt diep, als verzonken vederlichte zwaarte.

p.s.: de importthriller loopt op de valreep goed af. De Punto is Spaans, precies op de dag dat mijn tijdelijke kenteken verloopt. Onze verkeringssetjesdag. 12 april 2004. Het is 13.00 uur. Ik wacht in de stationshal van Den Haag centraal. Jij loopt naar me toe. Ik pak jouw autosleutels af en rijd de toekomst op onze liefde tegemoet.

p.p.s. ik ben gister naar Nederland gevlogen. Dinsdag vertrek ik naar Schotland – waar we noooooit samen zijn geweest – voor mijn eigen Outlander avontuur.

ZWERF visueel mee op Insta @carinawiegman

BESTEL RRRauw! paperback 188 bladzijden via www.rrrauw.nl

RRRauw! vertelt het ontroerende verhaal van een kleurrijke nomade die je met de speed of love meesleept over de wereld, door een volle bak echte rouw en de liefde die met kwetsbare humor overeind blijft als twee geliefden in 3 maanden tijd afscheid nemen.

#liefde #rrrauw #rouwroman #storytelling #rouwraaktiedereen #blog #roman #boek

CARINA WIEGMAN (Groningen, 1972) reist, schrijft en masseert buiken. Ze studeerde Levensloop Psychologie aan de Open Universiteit. In 2018 sterft de liefde van haar leven – so far – met wie ze 15 jaar over de wereld zwerft. RRRauw! is haar debuutroman (november 2019) en blog waarin ze 1250 dagen over liefde, reizen en mandarijntjes-uit-blik schrijft. Momenteel woont ze in Asturias waar ze thuiskomt en schrijft aan Marathon, haar tweede roman (november 2022).

If a marathon is a battle, it’s one you wage against yourself – Haruki Murakami

#reizen #schrijven #rouwen #buikkracht #emoties #love #verbinding #voelen #ervaren #verliesverwerking #love #story #ebook #boek #rouwverwerking #lovestory #selfcare #inspiratie #loveofmylife #rouw #kanker #auteur #schrijver #blogger #nomade #publiceren #vertellen #luisteren #lezen #rouwdouwen #vrijheid #rouwraaktiedereen #helen #selflove #Asturias

Write a Reply or Comment

Your email address will not be published.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.